1506 22 SEPTEMBER 1983 waarin U ingevolge het bepaalde in artikel 48 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad vragen stelt over kou en tocht op de centrale bushalte aan de Oude Vest delen wij U het volgende mede. In het algemeen kan gesteld worden, dat het ont staan van tochtverschijnselen aan verschillende factoren is te wijten o.a. a. de centrale bushalte is gesitueerd vlak naast het hoge P.T.T.-kantoor. Naast zo'n hoog gebouw vertoont de wind wervelingen. De zonnewarmte heeft ter plaatse weinig effect; b. de lengterichting van de halte is nagenoeg in de oost-west richting gesitueerd. Als gevolg van de geringe perronbreedte konden slechts on diepe abri's worden gemaakt, die bij de over heersende westenwind slechts beperkte bescher ming bieden; c. de perronoverkapping is met het oog op de hoog te van de bussen vrij hoog, zodat de wind wat meer vrij spel heeft; d. om de in de binnenstad toegepaste lijnverkno- ping volledig tot zijn recht te laten komen moet aan beide zijden van het perron kunnen worden opgestapt. Het oversteken van het perron moet dan ook vlot en ongehinderd kunnen geschie den. Dit houdt een beperking van de beschutten de elementen in; e. met het oog op een mogelijke opeenhoping van vuil en vocht is bij het ontwerp bewust gekozen voor een open opbouw aan de onderzijde. 1Wordt door het college de klachten over koude en tocht bij de centrale bushalte onderkend en onderschreven? ANTWOORD De klachten worden door ons college onderschreven. 2. Zo ja, welke maatregelen kunt U alsnog nemen om de klachten te verhelpen?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1506