1520 22 SEPTEMBER 1983 bepaald quantum van voor verhuur beschikbare woon ruimte dient te worden verdeeld over een quantum urgente woningzoekenden, die voldoen aan de huur- quote en de woonruimtebezettingsnormen. We praten dan over het inplaatsen. Dit is naar onze mening in het proces van woonruimteverdeling het meest moeilijke onderdeel, dat onder andere vraagt om inzicht in de sociale kaart van het woningbestand, takt, consistentie in beleid en, last but not least, een doordachte weging van de belangen van de zittende huurders ten opzichte van die van de woningzoekenden. Hier zitten we nu naar ons oor deel op een gevaarlijk punt, want het gevaar be staat dat we de inplaatsing teveel in de politiek gaan trekken. Van de politiek kan en mag immers niet worden verwacht dat zij over de genoemde kwa liteiten beschikt. Derhalve staan wij in het alge meen zeer gereserveerd tegenover de in bepaalde kringen bestaande wens om naast toewijzingscrite ria ook inplaatscriteria door de politiek te doen vaststellen. Onzes inziens dient er eenduidigheid te bestaan over de inplaatsingscriteria, voor zo ver deze zijn te objectiveren, eenduidigheid op basis van goede afspraken, tot stand gekomen tus sen de woningbeherende instanties die binnen de S.W.B. samenwerken. Alleen wanneer bij het praten over inplaatsing structurele zaken aan de orde ko men, die het niveau van de woonruimteverdeling overstijgen en raakvlakken met andere beleidssec toren dan het wonen hebben, is het aanbevelens waard daaromtrent een politieke uitspraak te vra gen. Tot zover onze algemene opmerkingen. Met betrekking tot de twee al genoemde pun ten, toewijzing bij huurschuld en een plaatselijke voorkeursregeling, ten aanzien waarvan door ons een voorbehoud is gemaakt, vragen wij uw aandacht voor het volgende. In de eerste plaats wil ik in gaan op het punt van de toewijzing bij huurschuld. Met de thans door u voorgestelde redactie kunnen wij instemmen, omdat hierdoor ook de verantwoor delijkheid van de verhuurder meer tot haar recht

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1520