22 SEPTEMBER 1983 1521 komt. Ik kom voorts op de plaatselijke voorkeurs regeling. Hoewel wij begrip hebben voor de uit drukking die in de commissievergadering naar voren is gebracht, namelijk: "Dit onderdeel is niet ra tioneel te verdedigen", moeten wij toch constate ren dat de plaatselijke voorkeursregeling op dit moment een bestaande regeling is en dat door u in de notitie evaluatie woonruimteverdelingssystema tiek onvoldoende argumenten zijn opgevoerd op grond waarvan op dit moment het besluit dient te worden genomen de regeling per 1 januari 1985 af te schaffen. Eveneens constateren wij dat op dit onderdeel nauwelijks of geen ervaring is opgedaan en dat het S.W.B.-bestuur niet heeft gesignaleerd dat de plaatselijke voorkeursregeling als knelpunt in zijn taakuitoefening wordt ervaren. Op basis van deze constateringen en mede op basis van onze verantwoordelijkheid in de richting van hetgeen in Breda in goed overleg met de woningbouwverenigin gen op het gebied van de organisatie van de woon ruimteverdeling tot stand is gekomen, willen wij u via een amendement uitnodigen het onderdeel plaat selijke voorkeursregeling als verwoord op pagina 2 van bijlage I thans niet in de besluitvorming op te nemen. Daarover zal onzes inziens pas besluit vorming mogen plaatsvinden wanneer genoemd onder deel op basis van praktische ervaring naar waarde kan worden getaxeerd. Namens de C.D.A.-fractie heb ik het genoegen u hierbij het amendement aan te bieden. Voor de goede orde zij opgemerkt dat de collega-fracties hierover reeds zijn geïnformeerd. Het door de heer Goos c.s. ingediende amende ment heeft de volgende inhoud: "De raad van de gemeente Breda, in vergade ring bijeen op 22 september 1983; gezien de evaluatie van de woonruimteverde- lingssystematiekals verwoord in de notitie 1 evaluatie woonruimteverdelingssystematiek d.d. 21 juni 1983 en het voorstel van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1521