1526
22 SEPTEMBER 1983
zelf in het voorstel schrijft. U zult vermoedelijk
niet van partijen verwachten dat zij met een niet
goed afgewogen oordeel over iets komen, zodat ook
wij met dit verhaal wat problemen hebben. In de
commissie hebben we hierover al het een en ander
gezegd en daarom wil ik er nu niet verder op in
gaan, maar in elk geval is het voor ons niet moge
lijk, zeker ook omdat het college dit zelf ook
constateert, nu al definitief zaken vast te stel
len.
Ik wil enkele haken en ogen die aan dit ge
heel vastzitten kort de revue laten passeren. In
de eerste plaats wil ik ingaan op de kwestie rond
de buitenlandse werknemers, de etnische en cultu
rele minderheden. Wanneer wordt geconstateerd dat
grote concentraties minderheidsgroepen leiden tot
problemen voor wat betreft het woon- en leefkli
maat, met name voor die groepen zelf, zal moeten
worden getracht die problemen tot een oplossing te
brengen. Daarom zijn wij er ook blij om dat de no
ta "verre burgers onderdak" is uitgebracht die nu
de inspraak in zal gaan. Wij hebben de verwachting
dat die wel zal aanslaan. Wij mogen de problemen
die zijn geconstateerd zeker niet bagatelliseren,
maar zij mogen uiteraard ook nooit leiden tot een
verplicht spreidingsbeleid. Ik denk dat wij als
gemeente alle mogelijkheden moeten aangrijpen die
binnen onze grenzen liggen om de huisvesting van
alle Bredase burgers, tot welke groep zij ook be
horen, mogelijk te maken en dan met name op de
plaatsen waar zij willen wonen. Daarvoor is goede
en volledige informatie nodig over welke de moge
lijkheden zijn en wat er in Breda allemaal kan.
Wij zullen hierop nog nader terugkomen bij de be
handeling van de nota "verre burgers onderdak". Zo
lang ten aanzien van die nota nog niet is inge
sproken en nog niet volledig duidelijk is wat de
gemeente samen met de bewoners kan doen om de> ge
constateerde problemen op te lossen, zal er zonder
meer van moeten worden uitgegaan dat de woningen
zonder aanzien des persoons zullen moeten worden