22 SEPTEMBER 1983
1533
Het eerste punt waarover ik iets wil zeggen
heeft betrekking op de notitie "verre burgers on
derdak". Wij hebben in de commissie uitgesproken
het te betreuren dat die notitie niet in relatie
kan worden gebracht met de definitieve vaststel
ling van het voorliggende stuk, maar bij een vol
gende keer zal dat ongetwijfeld wel het geval zijn
Dit punt weegt voor mij het minst zwaar.
Zwaarder weegt de kwestie inzake de daklozen,
die heel duidelijk niet tot de Z-categorie behoren
maar wel na een eerste aanbod extra prioriteiten-
punten kwijt zijn. Wij vinden dit een ernstige
zaak en wij hebben ook de indruk dat in de commis
sie hierop, niet voldoende diep is ingegaan.
Een derde punt betreft het spreidingsbeleid
en de -B-formuleWij hebben de indruk dat die
niet alleen ten onrechte maar ook onjuist wordt
gebruikt, met name in de richting van het Brabant
plein en Ypelaar. De -B-formule is nooit officieel
ingevoerd, maar er voor zover ik heb kunnen nagaan
op een gegeven moment ingeslopen. Ik wil met name
mevrouw Van Beusekom, die als één der twee raads
leden in de S.W.B. zitting heeft, vragen waarom de
twee raadsleden nooit alarm hebben geslagen over
de -B-formule. Waarom hebben zij het hanteren daar
van nooit aan de raad gesignaleerd?
Verder wil ik vragen hoe het zit met de ver
antwoordelijkheid van raadsleden die vanuit de
raad in organisaties participeren. Ik welke mate
dienen zij de raad over hun werkwijze te informe
ren?
Mijn vierde en laatste punt betreft de voor
keursregeling voor werknemers van de woningbouw
corporaties en de gemeente Breda. Het moge duide
lijk zijn dat wij op grond van de eerder genoemde
argumenten fel tegen deze regeling zijn en het er
ook niet mee eens kunnen zijn dat die regeling nog
tot 1 januari 1985 moet blijven bestaan. Volgens
ons is hier geen sprake van gewenning, maar van
verwend zijn