1534
22 SEPTEMBER 1983
De VOORZITTER: Het is misschien goed dat ik
eerst inga op de opmerkingen die van verschillende
kanten zijn gemaakt over de vertegenwoordiging van
raadsleden en over de vraag waar en hoe de verant
woording dient plaats te vinden. In het algemeen
is mijns inziens in de reglementen hiervoor geen
regeling getroffen. In het verleden is het een en
kele keer voorgekomen dat daarnaar werd gevraagd
en dat de betreffende raadsleden in de gelegenheid
moesten worden gesteld om zich te verdedigen dan-
wel om het beleid te verdedigen. Dit is evenwel
een heel gevoelige materie die heel nauwkeurig
moet worden benaderd. Volgens de reglementen kan
de raad natuurlijk altijd terugroepen, maar het
lijkt mij verstandig ik heb dat zojuist nog even
met de heer Welschen besprokendat wij deze aan
gelegenheid eens in algemene zin in de commissie
A.Z. aan de orde stellen. Dat lijkt mij veel beter
dan dat wij er nu over discussiëren
De heer SIMONS: Het gaat nu natuurlijk wel
over het functioneren van raadsleden in een con
crete situatie en het niet afleggen van verant
woording in een bepaalde context.
De VOORZITTER: Als wij over dit vraagstuk
praten, mijnheer Simons, zullen we dat in alle
breedheid doen, zodat ook over vertegenwoordigin
gen als deze zal worden gesproken. Het lijkt mij
juist dit onderwerp thans niet verder uit te die
pen.
Wethouder WELSCHEN: Wij hebben tweemaal zeer
uitvoerig in de commissie over de hele situatie
rond de S.W.B. gesproken en het lijkt mij goed dat
ik in de raad nog enkele opmerkingen herhaal, hoe
wel daarover nu geen vragen of opmerkingen naar
voren zijn gebracht.
Door iedereen werd in de commissie geconsta
teerd dat de S.W.B. goed en snel van de grond komt.
Zeker gelet op het gecompliceerde karakter van