22 SEPTEMBER 1983 1541 V.V.D. erop is aangedrongen nu niet tot afschaf fing van deze regeling te besluiten, maar daarvoor wat meer tijd te nemen om nog eens nader te kunnen bezien hoe die regeling werkt. Vanmorgen is in het college over dit aspect gesproken en ik kan meede len dat de wethouders van C.D.A. en V.V.D. de me ning van hun fracties volgen, zodat ik, hoewel ik redelijk lang ben, toch een minderheidspositie in het college inneem. Ik zal derhalve achter het voorstel blijven staan, wat ik bij de stemming tot uitdrukking zal brengen. Overigens dient hierbij te worden vermeld dat het gaat om een zeer beperkt aantal woningen en dat dit punt derhalve niet als het belangrijkste van de hele evaluatie kan worden beschouwd Voorts is gesproken over de huurschuldkwestie, hetgeen ook in de commissie is gebeurd. Ik wil de ze kwestie niet helemaal los zien van datgene wat wij momenteel doen met betrekking tot de woonlas- tenproblematiekIn die sfeer wordt geprobeerd schulden niet te laten oplopen en op dat punt is het dan ook van belang om preventief te werken. Al tamelijk lang zijn het gemeentelijk woningbedrijf en de corporaties uitdrukkelijk bezig met zeer snelle inning van achterstallige huren. Als je een dergelijk beleid voert, ligt het in de rede ook bij een nieuwe toewijzing dat systeem in principe te volgen, zodat ook dan dient te worden gepro beerd tot een aanvaardbare betalingsregeling te komen. Dat "aanvaardbaar" geldt dan in twee rich tingen, dus ook in de richting van de huurder, die niet het vel over de oren getrokken krijgt. De re geling die wordt getroffen dient ook in zijn bud get te passen. Ik zie in feite geen twee verschil lende interpretatiemogelijkheden, want naar mijn mening is de tekst volstrekt duidelijk. Er moet in de bedoelde gevallen een betalingsregeling worden getroffen, die zal moeten passen in het budget van de huurder, terwijl die regeling bovendien door de verhuurder reëel moet worden geacht. Vervolgens kom ik op de opmerkingen over de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1541