1544 22 SEPTEMBER 1983 De heer GOOSIk was even van plan om een korte schorsing te verzoeken, maar ik ben daarvan teruggekomen, omdat de wethouder nogal uitvoerig op de zaken is ingegaan, terwijl hij bovendien al heeft aangekondigd hoe vanmorgen het gesprek in het college is verlopen. Hierdoor is ons bekend wie wel en wie niet met ons amendement zullen mee gaan. Ik vind het erg belangrijk dat wij dat op dit moment al weten. Overigens mag u van mij weten dat deze hele problematiek eigenlijk niet direct mijn pakkie-an is, reden waarom ik heb geprobeerd over het naar voren gebrachte nog even met mijn fractiegenoten van gedachten te wisselen. Ik kan thans met enkele opmerkingen volstaan. De wethouder zei op een gegeven moment dat er tij dens de informatiemiddag van de S.W.B. niet veel raadsleden aanwezig waren. Nu meen ik mij te her inneren dat alleen de commissieleden voor die bij eenkomst waren uitgenodigd, maar misschien vergis ik mij. Graag hoor ik daarop een antwoord. Het is mij vervolgens opgevallen dat de wet houder nogal wat wil terugbrengen in de commissie wonen; ik wil niet direct zeggen dat hij nogal wat voor zich uit heeft geschoven. Ik ben van mening dat de gang van zaken in de commissie wonen goed verloopt, maar ik wil er toch ook op wijzen dat voor de vergaderingen van die commissie de agenda's dikwijls zeer omvangrijk zijn. Als het regelmatig aan de orde stellen van deze problematiek in de commissie wonen met mate kan gebeuren, kunnen wij daarmee instemmen, maar onze fractie ziet graag dat op de momenten waarop dat nodig is de raad rechtstreeks wordt ingeschakeld, opdat de volle dige raad kennis zal kunnen nemen van de eventuele verdere ontwikkelingen omtrent de S.W.B. Verder kan ik u zeggen dat onze fractie haar amendement handhaaft en dat wij met de beide amen dementen van de P.S.P. niet zullen kunnen instem men. Mevrouw VAN BERGEN-NIJEHOLTIn tegenstelling

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1544