22 SEPTEMBER 1983 1579 advies- en informatiewerk. De V.V.D.-fractie is dan ook van mening dat in deze tijd van bezuini gingen, waarvan we nog niet eens kunnen zeggen waar zij het hardst zullen toeslaan, zeer voor zichtig te werk moet worden gegaan met het in het leven roepen van nieuwe instellingen. Eerder zou nog moeten worden gezocht naar mogelijkheden van bundeling van activiteiten bij bestaande instel lingen; daarnaar zou zeer hard moeten worden ge streefd. Het is nu te verwachten dat ondanks de bezuinigingen deels bestaande activiteiten bij in stellingen moeten worden ingekrompen en deels nieu we activiteiten erbij zullen komen. De hoeveelheid werk bij de instellingen zal dan naar wij hopen minder aan fluctuaties onderhevig zijn. Bij bunde ling van activiteiten zal het veel gemakkelijker zijn op bezuinigingen in te spelen, omdat dan bij voorbeeld het aantal ontslagen tot een minimum be perkt kan blijven. Kortom, onze fractie heeft geen moeite met uw voorstelonder voorwaarde dat het advies- en in formatiewerk voor buitenlanders goed van de grond komt en overleg met de bestaande instellingen plaatsvindt om de verschillende werkzaamheden be ter op elkaar af te stemmen en tot een efficiënte re besteding van de schaarse middelen te komen, dit alles in het belang van een zo goed mogelijke advies- en informatiefunctie in Breda. Naar de me ning van onze fractie dient het college daartoe het initiatief te nemen, omdat veelal blijkt dat instellingen op eigen initiatief niet tot zulk overleg komen, terwijl het juist in het belang van die instellingen is de totale beschikbare middelen zo goed mogelijk te verdelen en te besteden. Zoals ik reeds eerder opmerkte zijn de gemeen te en het rijk de belangrijkste geldschieters voor de door de instellingen te verrichten activiteiten en ook daarom ligt het op de weg van het college om ter zake met de instellingen te overleggen De V.V.D.-fractie zal dan ook graag zien dat het advies- en informatiewerk in zorgvuldig overleg

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1579