1586
22 SEPTEMBER 1983
wijkgerichte of wijkgebonden functie hebben. Die
laatste functie dient een geïntegreerd karakter te
hebben, waarbij de instellingen opgaan danwel sa
mengaan in één orgaan van welzijnswerk voor de be
treffende wijk of buurt. Vanuit dat perspectief
zou mijns inziens ook het advies- en informatie
werk moeten worden bekeken; het moet dus worden
gezien als een facet van het stedelijk werk, het
categoraal werk en het geïntegreerd wijkgericht of
wijkgebonden werk. In relatie tot het stedelijk
werk is naar mijn mening slechts een beperkte ad
vies- en informatiefunctie nodig en het is ook
maar de vraag in hoeverre die functie aan het ge
meentelijk advies- en informatiewerk kan worden
gekoppeld. Het lijkt mij goed dat er een beperkte,
losstaande en van het particulier initiatief uit
gaande advies- en informatiefunctie bestaat, wat
ook geldt voor dit werk ten behoeve van bepaalde
categorale groepen, waarbij ik met name aan de
buitenlanders denk. Dat hierbij overlappingen moe
ten worden weggesneden is volstrekt duidelijk en
hieraan kan volgens mij ook iets worden gedaan via
het gemeentelijk beleid, vooral in de subsidie
sfeer. Voor wat het geïntegreerd wijkgericht wer
ken betreft, moet naar mijn opvatting het advies-
en informatiewerk als een eis, een voorwaarde
voor subsidiëring worden gesteld. Die functie zou
mijns inziens ook best budgettair-neutraal kunnen
zijn, als onderdeel van de dienstverlening die el
ke welzijnsinstelling op wijkgericht niveau dient
te verzorgen.
Mijn conclusie luidt dus dat er wel een alge
mene stedelijke voorziening zou moeten komen, die
evenwel van beperkte aard zou moeten zijn. Voorts
ben ik van oordeel dat eisen moeten worden gesteld
aan categorale en wijkgebonden inzet in het kader
van het wijkzijnswereldjeopdat enerzijds de ad
vies- en informatiefunctie in de dienstverlening
wordt ingebouwd en anderzijds overlappingen worden
voorkomen. Tevens behoort het hele advies- en in
formatiewerk te worden geplaatst in het perspectief