22 SEPTEMBER 1983
1589
naar voren hebben gebracht, tot op zekere hoogte
als marginaal moet worden beschouwd, gezien de er
varingen die bij de nadere uitwerking in de diver
se werkgroepen zijn opgedaan. Ik verwijs hierbij
naar het gele rapport, dat als onderliggend mate
riaal bij de stukken is gevoegd. Er is nog iets
anders in de werkgroepen naar voren gekomen. Door
de voorzitter van de werkgroep instituut sociale
raadslieden, zoals u weet een onafhankelijk bui
tenstaander, is nog eens de eindconclusie onder
streept, namelijk dat moet worden getracht in over
leg met alle betrokkenenzowel van de gemeente
als van de particuliere instellingen, na te gaan
in hoeverre kan worden gestreefd naar een betere
samenwerking en een betere afstemming, hetgeen mo
gelijk tot gevolg zal hebben dat tot een efficiën
tere en meer doelgerichte advies- en informatie
verstrekking kan worden gekomen.
Voorts is de lacune geconstateerd die ging
ontstaan door het opheffen van het M.A.I.C. voor
wat betreft het advies- en informatiewerk ten be
hoeve van buitenlanders. Ik vind het hierbij de
moeite waard te vermelden dat het Instituut voor
Maatschappelijk Welzijn op instigatie van de Stich
ting Buitenlanders binnen de beperkte mogelijkhe
den die men heeft een initiatief heeft genomen. De
heer Simons heeft terecht opgemerkt dat dit initia
tief door vrijwilligers wordt uitgevoerd, maar ik
wijs hem erop dat het wel onder deskundige begelei
ding staat, met name ook via informatieverschaf
fing vanuit het landelijk instituut voor sociale
raadslieden. Het I.M.W. heeft derhalve het initia
tief genomen om deze witte vlek in te vullen. Wij
kunnen evenwel niet met een volmondig "ja" antwoor
den op de vraag of wij met deze oplossing gelukkig
zijn en ik kan de heer Simons ook zeggen dat wij
een beroep zullen doen op de nieuwe rijksregeling
minderhedenbeleid, waarbij een nieuwe geldstroom
gaat ontstaan in de richting van de gemeente, ove
rigens wel onder gelijktijdige afbouw van de sub
sidiëring aan de Stichting Buitenlanders.