1590 22 SEPTEMBER 1983 In het voorstel van burgemeester en wethou ders komt ook duidelijk naar voren dat gezien de motivering die is gegeven geen mogelijkheid be staat om te komen tot een apart instituut voor ad vies- en informatiewerk in Breda. Het college stelt de raad voor het algemeen advies- en informatie werk te laten verzorgen door de thans bestaande afdelingen en stedelijke voorzieningen, dit tegen de achtergrond van hetgeen ik zoeven heb gezegd, namelijk dat het erg moeilijk zou zijn het alge mene advies- en informatiewerk van het ingebouwde advies- en informatiewerk los te maken; het gaat daarbij per saldo om een marginaal verschil in in formatieverstrekking. Ik wil vervolgens ingaan op een aantal con crete vragen. De heer Van Dongen en mevrouw Van Beusekom hebben hun verhaal in belangrijke mate in beschouwende zin opgebouwd. Zij hebben voorts dui delijk gewezen op de noodzaak van een betere af stemming en een betere samenhang ten aanzien van het bestaande advies- en informatiewerk zoals dat door de diverse instellingen wordt verzorgd. Bei den hebben erop gewezen dat op dit ogenblik een onafhankelijk instituut minder noodzakelijk is. Volgens hen moet het accent worden gelegd op het bevorderen van de samenhang en de samenwerking. Voorts hebben beiden gesproken over de problema tiek die is ontstaan door de recentelijk op ons afgekomen bezuinigingen, die tevens één van de mo tieven vormt welke aan het voorgelegde besluit ten grondslag liggen. Door met name mevrouw Van Beusekom is gesteld dat bij een verdere ontwikkeling het advies- en informatiewerk voor buitenlanders moet worden in gebouwd, maar ik meen dat in het preadvies daarop al nadrukkelijk wordt gewezen. Verder wordt in de motie, waarover ik dade lijk meer zal zeggen, gesproken over hernieuwd overleg met de instellingen. Ik kom nu bij de betogen van de heer De Bruijn en mevrouw Paulussen en daarbij heb ik er

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1590