1592
22 SEPTEMBER 1983
dit is ook in het preadvies te lezendat naar
mijn overtuiging, die in alle gesprekken is onder
schreven, de overlappingen zowel in menskracht als
in financiën marginaal zijn te noemen. Daarom heb
ik er moeite mee dat de besteding van de middelen
wordt gekwalificeerd als "over de balk smijten".
Ik kan de nu gekozen benadering dan ook niet on
derschrijven, maar wil er nadrukkelijk afstand van
nemen. Ik ben ervan overtuigd dat in dezen geen
geld over de balk wordt gesmeten, óók al worden
overlappingen geconstateerd.
De heer DE BRUIJN: De heer Römkens spreekt
van marginale overlappingen, maar waar hij dat uit
afleidt is ons volstrekt onduidelijk. Vandaar ook
onze motie.
Wethouder RÖMKENSIk meen al duidelijk te
hebben aangegeven op grond waarvan ik tot de con
statering van marginale overlappingen ben gekomen
en ik behoef dat mijns inziens niet meer te ad
strueren
Ik ben het evenmin met de heer De Bruijn eens
dat het college zich zonder meer zou neerleggen
bij de oude situatie. Wij hebben gemotiveerd waar
om wij voor deze weg hebben gekozen en ik heb ook
de bereidheid uitgesproken om wederom, voor de zo
veelste keer, in overleg te treden met de instel
lingen teneinde te bezien of er een betere samen
werking kan worden bewerkstelligd; die bereidheid
heb ik nog steeds.
Het meest essentiële punt in het betoog van
de heer De Bruijn was zijn stelling dat er een al
gemeen instituut zou moeten komen, eventueel onder
bedreiging met inhouding van subsidie...
De heer DE BRUIJN: Dat heb ik niet gezegd.
Misschien kan ik nog even herhalen wat ik wel heb
gezegd
De VOORZITTER: U krijgt nog een tweede termijn