1596 22 SEPTEMBER 1983 door de Partij van de Arbeid, door de meerderheid van het college wordt ontraden. De VOORZITTER: Ik wil een beroep op de raad doen zich in tweede instantie voornamelijk te richten op de ingediende moties. De heer VAN DONGEN: Ik kan nog korter spreken dan kort, hoewel de verleiding groot is om uitvoe rig op dit onderwerp in te gaan. Ik hoor fluiste ren dat men belangstellend is van het C.D.A. te vernemen waarom het de motie die enigszins ver schilt van de onze wil verwerpen. Onder punt 3 van de constateringen in de motie van D'66 staat dat er geen resultaat is bereikt. Uit onze contacten met de Bredase burgers is ons duidelijk geworden dat er al heel wat is bereikt. Onder punt 1 onder "van mening zijnde" staat dat een algemene advies- en informatiefunctie gewenst is. Nu zouden we een aardig woordenspel kunnen opvoeren, maar in het hele proces sinds 1980 is gesproken over een onaf hankelijk instituut en ik kan het gestelde in de motie ook als niets anders opvatten. Voorts wordt gesproken over de overlappingen, waarover ik wil zeggen: duid ze maar eens aan, voorkom ze maar eens en geef maar eens aan hoe daarin verandering kan worden gebracht. Volgens mij is dat alleen maar mogelijk door gezamenlijk te werken en met name op dat punt ligt het verschil tussen de twee moties. Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIXWij zullen de motie van D'66 niet ondersteunen, omdat ik uit het ge stelde en geschrevene de teneur proef dat D'66 blijft pleiten voor een algemene advies- en infor matiefunctie via herschikking van middelen van de bestaande instellingen. De motie van C.D.A. en V.V.D. pleit direct en duidelijk voor het onder brengen van die functie bij de bestaande instel lingen en het bewerkstelligen van een betere on derlinge afstemming, waardoor overlapping van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1596