1600
22 SEPTEMBER 1983
brengen rapportage. Het is zeker niet de bedoeling
om vrijblijvend te gaan zitten praten.
Mevrouw PAULUSSEN: Waarom neemt de wethouder
dan niet mijn suggestie over om de beide moties
over te nemen? In de commissie welzijn I kan dan,
nadat met de ambtenaren daarover van gedachten is
gewisseld, voor die uitvoering een model worden
ontwikkeld.
Wethouder RöMKENS: Ik meen dat mijn toelich
ting naar aanleiding van de motie voldoende duide
lijk is geweest. Ik heb in alle toonaarden duide
lijk gemaakt waarom de meerderheid van het college
de motie van D'66 afwijst en ik ben niet van plan
dat nog eens te herhalen.
De heer DREEF: Oók in het gesprek van gis
termiddag met twee raadsleden? Ik heb begrepen dat
toen voor een groot deel overeenstemming was be
reikt met betrekking tot de motie van D66maar
nu herroept de wethouder dat weer.
De VOORZITTER: Daarover is de heer Römkens
eveneens duidelijk geweest.
Wethouder RöMKENS: Ik heb er inderdaad geen
behoefte aan opnieuw te herhalen wat ik al heb
gezegd.
De VOORZITTER: Ik meen te kunnen concluderen
dat de motie die door de heer De Bruijn is inge
diend als het verststrekkend moet worden beschouwd,
zodat daarover eerst stemming zal plaatsvinden.
Hierna wordt de motie van de heer De Bruijn
c.s. in stemming gebracht en met 20 tegen 11
stemmen verworpen.
TEGEN stemmen: mevrouw Brosky-Westdorp, de
heer Goos, mevrouw Van Beusekom-Nix, de heren