1612 6 OKTOBER 1983 Alvorens daarop in te gaan wil ik met voldoe ning vaststellen dat ondanks de crisis binnen de P.v.d.A. het bestuur van de stad tot nu toe op normale wijze voortgang heeft gevonden. Dit is zeker mede te danken aan de P.v.d.A.-fractie zelf. De voltallige fractie is in het voorbije jaar een loyale partner gebleken. De P.v.d.A.-wethouder is bovendien een bekwaam bestuurder, die op voortva rende wijze het beleid in de sector wonen verder gestalte geeft. Onze conclusie luidt dan ook dat de bestuurbaarheid van de stad tot dusverre niet in gevaar is gebracht. Ik heb met voldoening geluisterd naar de me dedeling van mevrouw Paulussen, inhoudende dat de heer Crul en zijzelf het programakkoord blijven onderschrijven. Dit is een heel belangrijke mede deling. Wij zullen uiteraard hun opstelling in raad en commissies kritisch blijven volgen; ik neem aan dat ze daarop ook zelf rekenen. De heer Dreef is niet ingegaan op de houding die de overige zeven leden ten aanzien van het programakkoord aannemen, maar hij heeft in zijn brief van 1 oktober, die officieel op dit ogenblik niet aan de orde is, wèl duidelijk stelling geno men. Het gestelde in die brief geeft ons het ver trouwen dat wat dit betreft in de situatie van het voorbije jaar geen wijziging hoeft te komen. De nu verkleinde fractie acht zich immers, zoals in de brief staat, aan het programakkoord gebonden en dat betekent tevens dat de huidige samenstelling van het college van burgemeester en wethouders ge handhaafd kan blijven. Een fractie van zeven leden is van voldoende omvang om in het college te par ticiperen. Dit neemt evenwel niet weg dat wij ook de opstelling van de zeven P.v.d.A.-leden kritisch zullen blijven volgen. Het stemt in ieder geval niet bijster vreug devol dat het aantal fracties in deze raad nu met één toeneemt. Evenmin als over de oorzaken van het conflict binnen de P.v.d.A. willen wij ons nu uit spreken over de vraag, of de wijze waarop de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1612