6 OKTOBER 1983
1613
meerderheid thans optreedt tegen de minderheid,
strookt met de interne partijdemocratie van de
P.v.d.A. Het wekt evenwel enige bevreemding bij
ons dat het kennelijk binnen de P.v.d.A. mogelijk
is dat hangende een beroepsprocedureingesteld
door de heer Crul en mevrouw Paulussen, beiden al
vast maar uit de fractie worden gestoten. Hoewel
de verklaring die de heer Dreef heeft afgelegd,
uitermate summier was in dit opzicht ook niet uit
muntte in duidelijkheid, kan door ons geen andere
conclusie worden getrokken dan dat beide leden, of
schoon ze nog altijd P.v.d.A.-lid zijn, thans een
afzonderlijke fractie vormen, ook al zijn zij het
daarmee zelf dan kennelijk niet eens. Duidelijk is
de feitelijke situatie de facto wel, de jure waar
schijnlijk niet, maar het ligt verder niet op onze
weg om dat te beoordelen. Bovendien is ook ondui
delijk of nu sprake is van een tijdelijke of van
een blijvende toestand, terwijl evenmin duidelijk
is onder welke politieke vlag zal worden opgetre
den. Het enige wat duidelijk is, is dat er een
splitsing in de P.v.d.A.-fractie is opgetreden. De
heer Crul en mevrouw Paulussen zijn verstoten en
zelfs een gegrondverklaring van hun beroep kan
daarin geen verandering meer brengen, aldus de ver
klaring van de heer Dreef.
Het is pijnlijk dat een fractie die door de
wil van de kiezers verleden jaar drie zetels ver
loren zag gaan, nu door haar eigen wil nog eens
twee zetels prijs geeft. Het is bizar dat dit lót
ten deel valt aan de twee meest ervaren leden van
de P.v.d.A.-fractie. Hoewel wij met de heer Crul
en mevrouw Paulussen politiek in het geheel niets
gemeen hebben, kan niet worden ontkend dat deze
raadsleden, die al sinds 1970 zitting hebben, tot
de meest bekwame en toegewijde leden van de raad
behoren. Als zij raadslid wensen te blijven en
dat is kennelijk het geval zullen wij hen ui
teraard ook in de toekomst op collegiale wijze te
gemoet blijven treden.
In de brief van de heer Dreef die op 20