17 FEBRUARI 1983
161
particuliere c.v."Men dient glashelder uit te
spreken wat men aan te bieden heeft, in overeen
stemming met de waarheid. Men dient te onderhande
len via het harmoniemodel en men moet steeds be
denken dat alternatieven voor het aan te bieden
produkt tegenwoordig nog steeds voorhanden zijn.
b. Van de beïnvloedbare externe factoren moet
men een goed gebruik maken. Ik noem in dit verband
het contract met de N.V. P.N.E.M.die, zij het
met grote investeringen, van rest- of afvalwarmte
af kan komen en die een duidelijke greep op de
energiemarkt heeft. Dit zijn sleutelfactoren bij
contractonderhandelingen: laat men ze goed gebrui
ken. Ik wijs er voorts op dat landelijke instan
ties zoals het ministerie van economische zaken en
de NEOM ons steeds uit een oogpunt van energiebe
sparing positief omtrent aanleg hebben geadviseerd.
Gebruik van restwarmte, eventueel afvalwarmte, is
nog steeds één van de speerpunten van ons natio
naal energiebeleid. Laat men daarop geregeld wij
zen en laat men ook de consequenties onder de aan
dacht brengen, onder meer via onze belangenvereni
ging VESTIN. Gepleit moet worden, vooral nu we
weer 26 miljoen gaan investeren, voor een betere
participatie in het risicodragend kapitaal
c. Er zijn niet door ons te beïnvloeden fac
toren met een uitermate grote invloed, zoals de
rentestand, de aardgasprijs, de h.b.o.-pariteit,
de omvang van toegekende woningbouwcontingenten
de isolatiegraad en het gebruik van h.r.-ketels.
Deze factoren zullen steeds in het rendement-
"plaatje" moeten worden meegenomen. Daarbij zullen
Den Bosch en Den Haag door de gemeente Breda niet
tot niemandsland moeten worden verklaard. Het moet
een doel op zich worden de verantwoordelijke be
stuurders in Den Bosch en Den Haag ervan te over
tuigen welke extra financiële consequenties hun
energieprijsbeleid heeft.
Wordt het voorgaande door het college onder
schreven en eventueel uitgewerkt?
Naar de mening van onze fractie zijn nu, in