1628 6 OKTOBER 1983 niet worden toegewezen bij het voorstel inzake het beschikbaar stellen van een aanvullend krediet van drie ton, ook de eerste drie ton weer ter discus sie kan staan. Ih dat geval praten we namelijk over totale kosten van 600.000,en dan moeten we kijken naar de kosten en de baten in relatie tot dit project. Ik meen dat ik hiermee de vragen in grote lijnen heb beantwoord. De heer DE WERD: De wethouder heeft aangege ven dat er voor dit voorstel twee gronden zijn: enerzijds wordt gepoogd tot een bepaalde normering te komen en anderzijds zal worden geprobeerd de activiteiten op elkaar af te stemmen. Nu is mij echter uit de commissievergadering gebleken dat dit systeem geen enkele garantie geeft dat die af stemming zal kunnen worden verbeterd. Voor wat be treft de normering zou het best wel eens zo kunnen zijn dat we meer geld moeten gaan uitgeven danwel minder kunnen bezuinigen Wethouder VAN DUN: Het gaat om rationeler bezuinigen. De heer DE WERD: Het is nog de vraag of dat mogelijk zal zijn en dat laat ik dan ook maar even in het midden. Ik vraag me nog steeds af welke de meerwaarde is van zo'n datasysteem dat eenmalig wordt opgezet. In welke zin onderscheidt het zich van een kaartenbakje dat de mensen die op de weg en in de sleuf zitten van tijd tot tijd meteen kunnen bijhouden? Ik vraag me vervolgens af welke doorijlende consequenties dit voorstel voor de begrotingen voor volgende jaren zal hebben. Zo'n systeem zal namelijk moeten worden bijgehouden en dat zal in de komende jaren geld kosten. Via het beschikbaar stellen van deze drie c.q. zes ton nemen wij dus tevens een beslissing met betrekking tot het bud get voor de komende jaren; dat is inherent aan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1628