6 OKTOBER 1983
1629
dit voorstel.
Mevrouw VAN BERGEN-NIJEHOLTIk heb de toe
zeggingen van de heer Van Dun inzake de aanvang
van de werkzaamheden met instemming beluisterd.
Mijn fractie gaat graag met dit voorstel akkoord.
De heer DE BRUIJN: Er is nog één puntje uit
de eerste ronde blijven liggen en ik doel dan op
mijn opmerkingen over de verschuivingen die
plaatsvinden tussen de potjes die zijn gevormd. In
eerste termijn heb ik al gesteld dat wij deze han
delwijze niet juist vinden, omdat wij van mening
zijn dat hieraan een politieke prioriteitstelling
in het kader van het totale krachtenveld van alle
uitgaven die wij doen ten grondslag zou moeten
liggen.
Overigens kunnen wij met het voorstel akkoord
gaan
De heer SIMONS: Ik heb de commissiebehande
ling van dit voorstel niet bijgewoond, maar ik heb
wel gehoord hoe die is verlopenIk heb ook begre
pen dat hoe langer werd gesproken hoe onduidelij
ker het in feite werd.
De wethouder heeft niet gereageerd op mijn
vraag of voor het opzetten van het systeem de ver
eiste deskundigheid in huis zou zijn. Indien die
nu niet voldoende aanwezig is, kan misschien wor
den bekeken hoe de deskundigheid op dit gebied op
de betreffende afdeling kan worden ontwikkeld,
waarvan in de toekomst bij het eventueel aanpassen
en bijhouden van het systeem profijt kan worden
getrokken
De wethouder heeft toegezegd dat niet eerder
met het opzetten van het systeem zal worden begon
nen dan nadat uitsluitsel over de toewijzing van
de vijf W.V.M.'ers is verkregen, waarbij hij ook
opmerkte: "Wat zeg ik nu eigenlijk?". Daarom wil
ik graag horen of het totale college daar achter
staat.