6 OKTOBER 1983 1631 het probleem zou zich wel voordoen dat mensen hun eigenlijke werk zouden moeten laten liggen om dit werk te kunnen doen. Het zit er niet in dat dat mogelijk is. Bovendien is bekend dat vreemde ogen wat meer dwingen en dat we hulp van buitenaf nodig hebben om de kar te trekken in de richting die door college en raad is gekozen. Ik ontken dus niet dat de nodige deskundigheid in huis is, maar voor het proces dat moet worden doorgelopen om met de billen bloot te komen, hebben we toch externe deskundigheid nodig. Ik ben inderdaad de heer De Bruijn nog een antwoord schuldig op zijn opmerkingen over de in terne weging, waarmee eigenlijk de opmerkingen van de heer De"Werd over de dekking samenhangen. Wij zoeken de dekking in feite in de kapitaallasten van het investeringsprogramma. Ik moet u zeggen dat zich regelmatig een verschil van mening voor doet tussen de wethouder van financiën en de wet houder van wonen ik mag nu overigens de wethou der van wonen vervangenover de vraag of de vrij heid bestaat om indien er kapitaallasten binnen het investeringsprogramma vrijkomen te switchen naar een andere activiteit met een lagere priori teit of naar een activiteit die zelfs helemaal geen bepaalde prioriteit had. Ik heb daarmee wat moeite, maar deze gang van zaken is een gewoonte in het kader van openbare werken en ik vind het volstrekt terecht dat de heer De Bruijn hierop heeft geduid. Ik ben ook van mening dat dit in de toekomst beter zal moeten worden geregeld. De ver klaring voor deze dekking is derhalve dat het nu voorgestelde wordt aangemerkt als een investering en dat het tot nu toe bij openbare werken gebruik is geweest dat wanneer de raad met een activiteit instemt alternatieve besteding van kapitaallasten in de sfeer van het investeringsprogramma mogelijk is. Formeel heeft echter de heer De Bruijn gelijk en horen dergelijke gelden in principe in het bud getegalisatiefonds thuis, als zijnde gelden die niet zijn uitgegeven voor het doel waarvoor zij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1631