1632 6 OKTOBER 1983 door de raad waren bestemd. De heer DE WERD: Kan de wethouder nog iets zeggen over het doorijlende effect ten aanzien van volgende begrotingen? Is de wethouder het met mij eens dat hierin een structurele component zit? Wethouder VAN DUNIk denk niet dat dat het geval is, want dit is een eenmalige uitgave. Wel ben ik tamelijk benauwd voor de uitkomst van het verhaal, want met die uitkomst zal in elk geval wel iets moeten worden gedaan. Als dan blijkt dat we voor wat betreft het onderhoud in de civiel technische sfeer op een andere toer moeten gaan, vereist het moed van de raad om te bepalen of hij dat voor de volle 100% kan accepteren danwel tot een bepaald niveau omdat het niet meer kan lijden. Ik voorzie in die zin dus een conflictsituatie, maar ik wil daar nu nog niet op vooruitlopen. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel van burgemeester en wet houders besloten, onder aantekening dat de heren Simons, De Waal en De Werd geacht wil len worden te hebben tegengestemd. 5. bijlage nr. 350 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET NEMEN VAN EEN VOORBEREIDINGSBESLUIT VOOR HET GEBIED, BEGRENSD DOOR DE AKKERSTRAAT, ACHTER DE LANGE STALLEN, DE STALLINGSTRAAT EN DE ACHTER ZIJDE VAN DE BEBOUWING VAN DE GINNEKENSTRAAT (W) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van bur gemeester en wethouders besloten. 6. bijlage nr. 351 Is van de agenda afgevoerd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1632