17 FEBRUARI 1983 163 afvragen of we ons niet te veel op de technische aspecten concentreren, aspecten die voor ons vaak moeilijk te vertalen zijn. Mijn fractie meent dat de toetsing en de controle vanuit de raad meer ge richt zou moeten zijn op het plan als geheel, met specifieke aandacht voor de financiële haalbaar heid van het geheel en de financiële risico1s die aan het nemen van allerlei besluiten verbonden zijn. Bij de start van het stadsverwarmingsproject zijn afspraken gemaakt met de landelijke overheid en met instanties die daarmee te maken hebben. Het is wat dat betreft nogal stil geworden en ik vraag mij dan ook af hoe de stand van zaken nu eigenlijk is. Welke risico's loopt de gemeente, of kan nog steeds worden gezegd dat de risico's door "Den Haag" worden gedekt? Wij gaan op dit moment met het voorstel ak koord, maar wij pleiten ervoor dat, voorafgaand aan verdere te nemen besluiten, stringentere af spraken worden gemaakt over de wijze waarop de raad verder wordt ingeschakeld. Daarbij moet dan, zoals gezegd, de vraag aan de orde komen, of de raad zich nog wel op het technische terrein moet bewegen, of dat hij zich meer moet bezighouden met de financiën, de kwaliteit en de risico's. In De Stem is een publikatie verschenen over een studie van studenten uit Nijmegen. We kunnen daarin lezen dat blijkens onderzoekingen de ge meenteraadsleden door het college van burgemeester en wethouders voor de gek zouden zijn gehouden. Dat zou, als het inderdaad is gebeurd, natuurlijk niet zo netjes zijn. De keuzen zouden volgens het kranteartikel al zijn bepaald voordat tot het tweede onderzoek door het Centrum voor Energiebe sparing werd besloten. Hier kun je van alles uit halen. Moeten we bij die keuzen nu denken.... De heer VAN DEN WIJNGAARD: Nu wordt het toch wel moeilijki Op 4 november 1978 zijn de voorstel len over de stadsverwarming aangenomen. Toen begin

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 163