1656
20 OKTOBER 1983
inbreuken op hun persoonlijke levenssfeer. Dat de
vertrouwenscommissie nu een goede regeling heeft
gevonden betekent overigens niet dat de V.V.D.-
fractie nu ook erg ingenomen is met dit instituut.
Ik wil niet verhelen dat wij erg sceptisch staan
ten opzichte van het instellen van en deelnemen
aan zo'n commissie.
Uit de circulaire van de minister van binnen
landse zaken blijkt duidelijk dat een vertrouwens
commissie toch wel op gespannen voet staat met de
formele gang van zaken bij een Kroonbenoeming. De
procedure, neergelegd in die circulaire, vertoont
immers alle kenmerken van een recht van aanbeve
ling, dat echter feitelijk noch formeel bestaat.
De commissie voert gesprekken met sollicitanten,
ze brengt haar gemotiveerde opvattingen schrifte
lijk ter kennis van de commissaris, ze maakt
daarbij eventueel ook een voorkeur kenbaar en ze
kan desgewenst een en ander nog mondeling voor de
commissaris toelichten. Dat lijkt allemaal op een
recht van aanbeveling, maar daar staat dan tegen
over dat de commissaris slechts een selectie van
sollicitanten aan de commissie verstrekt: hij kan
dus namen van sollicitanten en geschikte kandida
ten achterhouden, terwijl sollicitanten ook be
zwaar kunnen maken tegen het doorgeven van hun
naam aan de commissie. Naar onze mening terecht
zegt de circulaire dat dit geen nadelige conse
quenties zal hebben voor de kansen van een solli
citant op benoeming. Dit recht van voorbehoud
relativeert echter wèl heel sterk de betekenis
van de inspraak. Bovendien blijft onverlet dat de
commissaris in zijn aanbeveling van het advies
van de commissie kan afwijken en dat iets derge
lijks ook geldt voor de voordracht aan de Kroon
van de minister van binnenlandse zaken.
Voor de voorstanders van verkiezing van de
burgemeester door de gemeenteraad is deze in
spraakprocedure uiteraard te mager. Voor voorstan
ders van onverkorte handhaving van de huidige be
noemingsprocedure zoals wij Jzijn is de