20 OKTOBER 1983 1657
ie
vertrouwenscommissie een onzuiver element, dat
t
niet goed past in het systeem van benoeming door
de Kroon zoals neergelegd in artikel 131 van de
ut.
Grondwet, artikel 65 van de Gemeentewet en arti
n
kel 8 van de Instructie voor de commissarissen
van de koningin. De V.V.D.-fractie staat op, het
standpunt dat een door de Kroon benoemde burge
en-
meester verre te prefereren is boven een gekozen
ns-
of op voordracht van de raad benoemde burgemees
de
ter. Over de aan deze voorkeur ten grondslag lig
De
gende motieven, die verband houden met de inhoud
nt
van het ambt en met het belang van het behoud van
-
de gemeentelijke autonomie, zal ik nu niet uitwei
den. Het meer betrekken van de raad bij de burge
i
meestersbenoeming juichen wij op zich wel toe. De
e-
vorm die daaraan door middel van de vertrouwens
commissie wordt gegeven, is echter naar onze op
e
vatting minder gelukkig.
de
Onze twijfels gaan evenwel niet zó ver, dat
en
wij van de geboden mogelijkheid geen gebruik zou
n-
den willen maken. Wij stemmen dus in met het voor
in
stel tot het instellen van een vertrouwenscommis
.an
sie en wij zullen ook een lid van de commissie
La-
aanwijzen.
De verordening biedt iedere fractie uit de
raad het recht om een lid uit haar midden aan te
i
wijzen. Het ziet ernaar uit dat niet alle fracties
-
van dit recht gebruik zullen maken. Ingevolge ar
Li-
tikel 6 geldt voor de commissieleden een volstrek
te geheimhoudingsplicht. Schending van deze plicht
kan overtreding opleveren van artikel 272 van het
de
Wetboek van Strafrecht, dat het misdrijf van
schending van ambtsgeheim omschrijft. Het ligt dan
ook voor de hand dat fracties die principiële be
i
zwaren tegen geheimhouding hebben of die om andere
redenen niet in staat zijn dit voorschrift stipt
na te levenzich beter verre van de vertrouwens
commissie kunnen houden. Het getuigt van wijsheid
tan-
dat de P.P.R.-fractie mede om deze reden van deel
be-
neming aan de commissie heeft afgezien.
De positie van de P.S.P.-fractie is op het