1668 20 OKTOBER 1983 rekeningoverschot zal worden aangewend voor het extra stimuleren van werkgelegenheid. De heer DE WERD: Ik sluit mij daar graag bij aan. Wethouder VAN DUN: Telkenjare wordt een dis cussie gevoerd over het verschijnsel dat we de knip op de neus zetten en dan achteraf met een overschot op de jaarrekening worden geconfronteerd. Badinerend sprekend hoop ik dat de heer Dammer zijn opmerking niet serieus bedoelt! Naar zijn zeggen is het teleurstellend voor de raad, elk jaar met batige saldi op de rekening te worden geconfronteerd, maar het omgekeerde zou ik de raad en ons niet toewensen. Overigens begrijp ik wel op welk probleem de heer Dammer doelt. Het is natuur lijk enigszins moeilijk als je achteraf voor zulke overschotten komt te staan. In het verleden is een verklaring gegeven die nog steeds valide is en waarover we naar ik meen ook in de commissie middelen en milieu hebben ge sproken. Volgens de tekst van de mededeling is met de effecten van het onderhavige rekeningsresultaat bij de opstelling van de concept-begroting 1984 rekening gehouden. Als een en ander niet duidelijk is, willen we uiteraard een nadere verklaring ge ven, maar het lijkt mij moeilijk dat in deze raadsvergadering te doen. Het lijkt mij niet goed mogelijk dat de heer Dammer bij deze discussie ineens met een initia tief-voorstel komt we hebben er vanavond al ge noeg! om eventuele volgende voordelige saldi ten gunste van de werkgelegenheidsproblematiek te laten komen. Zoals men weet worden in het kader van onze huidige systematiek voordelige saldi op de jaarrekening ten gunste van de saldireserve ge bracht. Dat is een ander verhaal, dat in het bre dere perspectief van de zorg voor de gemeentelijke financiën staat. Dat de raad kan besluiten uit de saldireserve bepaalde doeluitkeringen te doen, is

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1668