20 OKTOBER 1983
1677
college met een minder vergaande tekst is gekomen.
Wethouder VAN ASSELDONK: Als basis voor de
nota van het stadsgewest en ook voor onze eigen
nota heeft uiteraard de structuurnota gediend die
indertijd op het niveau van de rijksoverheid is
uitgebracht door de heer Hendriks, met de daarop
volgende volksgezondheidswet die in november door
de Eerste Kamer is gegaan. Voordat dit laatste ge
beurde had het stadsgewest al in een vroeg stadium
geïnventariseerd welke gevolgen de nieuwe wet voor
onze regio zou hebben. De uit de wet voortvloeien
de opdrachten, die wij allen toejuichten, hebben
we begrepen. Het college staat daarachter en de
raad in ieder geval ook.
In de commissie heeft een uitgebreide behan
deling plaatsgevonden, met als gevolg dat er hier
eigenlijk nog maar weinig vragen zijn gesteld. Het
gaat, zoals al door de diverse sprekers is opge
merkt, in ieder geval om het leggen van een stukje
eigen verantwoordelijkheid bij de gemeenten, dich
ter bij de gebruikers. In het verlengde daarvan
zal dan mijns inziens onder andere moeten worden
gezocht naar een efficiëntere en doelmatiger wijze
van besteden van financiële middelen. Mevrouw Van
Beusekom heeft betoogd dat de nota een te optimis
tisch beeld zou geven. Naar aanleiding van deze
opmerking ga ik even terug naar hetgeen aan de no
ta ten grondslag heeft gelegen. Het lijkt mij goed
dat in de stadsgewestelijke nota, die door ons
wordt ondersteund, een wenselijkheidsplaatje is
neergelegd, dat wij in ieder geval willen nastre
ven, om te komen tot een verantwoord volksgezond
heidsbeleid en een goede benadering van de proble
matiek, iets waarover alle sprekers iets hebben
gezegd. Tijdens de rit zullen we merken in hoever
re voldoende financiële middelen ter beschikking
worden gesteld. Naar gelang van de beschikbare fi
nanciën zullen we al zoekende tot een optimaal re
sultaat moeten trachten te komen. Direct al bij de
start op een lager bedrag te gaan zitten lijkt mij