1678
20 OKTOBER 1983
geen juist uitgangspunt.
De heer Van Dongen en mevrouw Paulussen heb
ben erop gewezen dat de eigen Bredase verantwoor
delijkheid naar aanleiding van de besprekingen in
de commissie in de standpuntbepaling onder I tot
en met XIV een duidelijk accent heeft gekregen.
Naar aanleiding van de vraag van de heer Van Don
gen over de financiën bevestig ik dat op dat punt
nog volledige onduidelijkheid bestaat, wat alles
er niet gemakkelijker op maakt. Een andere vraag
van de heer Van Dongen was, of het ontwerp-besluit
om politieke redenen is gewijzigd. Ik wijs hem
erop dat het ontwerp-besluit, naar aanleiding van
een signaal, inhoudende dat het wellicht beter an
ders zou kunnen worden geformuleerd, is aangepast
aan de regels waarover in de commissie algemene
zaken overeenstemming is bereikt ten aanzien van
een grotere uniformering van dit soort besluiten.
Er schijnen in de commissie algemene zaken afspra
ken over een dergelijke onderlinge afstemming van
besluiten te zijn gemaakt en dat is mede de reden
van de wijziging van het onderhavige ontwerp-be
sluit geweest.
De heer De Bruijn heeft een vraag gesteld
over de tekst onder punt III. Het gaat dan om het
uitbrengen van een rapport omtrent instelling en
werkwijze van een eventuele gemeentelijke commis
sie zoals in het voorstel wordt bedoeld. Daarover
is een afspraak gemaakt en ik kan toezeggen dat
onze intentie in dezelfde richting gaat. In de
commissie is echter tevens gezegd dat de werkgroep
zal moeten adviseren over de vraag, of_ er een ge
meentelijke commissie moet komen. De heer De Bruijn
heeft zelf al op de moeilijke financiële situatie
gewezen en een andere onzekerheid is dat de Wet
voorzieningen gezondheidszorg zoals men weet mis
schien in een meeromvattende Wet zorg zal worden
ondergebracht, waardoor de ontwikkelingen misschien
enigszins op zich zullen laten wachten. In verband
daarmee is in het voorstel een iets andere tekst
opgenomen, maar het is in ieder geval de bedoeling