17 FEBRUARI 1983 167 verder moeten, maar ik wijs erop dat de gemeente zich op deze manier steeds verder vastbakt en ik zie met vrees uit naar de gevolgen waartoe dat zal leiden. Het lijkt wel alsof het financieel risico dat we tegemoet gaan, alleen op de gemeente zal worden afgewenteld. De bewoners zijn er terecht buiten gehouden en de energiemaatschappijen ook. Wij herinneren wat de risico's betreft aan het rapport van de adviescommissie en aan de negatieve geluiden over stadsverwarming die in den lande naar voren zijn gekomen. Je krijgt langzamerhand het idee dat de gemeente als een soort paard in het drijfzand bezig is, met Welschen als ruiter. Het paard zoekt zich een uitweg, maar zakt door zijn bewegingen steeds dieper weg in het zand. Wij doen een dringend beroep op iedereen om daar nu eens mee te stoppen. We moeten af van het krediet, we moeten niet steeds maar weer verder onze nek vaststeken in de stadsverwarming. Ik stel voor nu tegen de kredietaanvraag te stemmen zelf zal ik dat in ieder geval doen en te zijner tijd bij de behandeling van de energienota voor andere maatregelen te kiezen. Als voorbeeld noem ik nog maals isolatiemaatregelen, waarvan we weten dat ze kostendekkend zijn en dat ze een hoog rende ment opleveren. Wethouder WELSCHEN: Het is een beetje alsof de duvel ermee speelt! Telkens word ik met de stadsverwarming geconfronteerd, doordat Van Dun, al dan niet wetend wat er aan de orde zal komen, op vakantie is getrokken. Overigens hoeft niemand zich hierdoor aangesproken te voelen, want hij kan zijn eigen zaken aan, maar het toeval stuurt de stadsverwarming wel erg vaak deze richting uit. De gestelde vragen zijn, denk ik, vrij gemak kelijk te beantwoorden. Voor zover ik het kan be oordelen, is er in ieder geval één misverstand dat moet worden weggewerkt: de raad besluit vanavond niet 29 miljoen uit te geven, maar een moeder krediet van 29 miljoen aan gedeputeerde staten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 167