20 OKTOBER 1983 1683 De heer DREEF: De bezorgdheid van onze frac tie ten aanzien van het Industrie- en Havenschap zal uw college wel bekend zijn. In de stukken die ter visie hebben gelegen wordt duidelijk aangege ven hoe rampzalig de zaak dreigt te worden en in feite al is. Hóe ernstig het is, blijkt onder meer uit een vandaag in het dagblad 'De Stem' versche nen artikel, waarin staat dat zelfs de commissaris van de Koningin, de heer Van Agt, zich met de pro blemen zal gaan bemoeien. De kostprijs van bijna 16 miljoen in 1979 is in 1982 opgelopen tot 24 miljoen, terwijl de verwachting bestaat dat het verlies zal oplopen tot 31 miljoen. Terecht hebt u erop gewezen dat het ontstane verlies nog verder zal uitgroeien, ais de situatie niet ver andert. In deze raad is al vaak gesproken over deze aangelegenheid. In feite is het politiek onaan vaardbaar de heer Van Duijl zou, zoals hij zo juist heeft gezegd, zelfs nog andere termen willen gebruiken dat de huidige minister van Economi sche Zaken negatief heeft gereageerd op een ver zoek om in een nader gesprek met het schap van ge dachten te wisselen over de immense problematiek. Ik zou een dringend beroep willen doen op de frac ties van CDA en WD in deze raad om te trachten de betrokken minister in politiek Den Haag tot andere gedachten te brengen De heer VAN DUIJL: De commissaris van de Ko ningin zal toch een gesprek gaan voeren? De heer DREEFMoet dat via Van Agt gebeuren? Ik geloof dat ook de eigen fracties een bepaalde verantwoordelijkheid dragen voor de gang van zaken. Op hen wil ik daarom een dringend beroep doen er bij de minister van Economische Zaken op aan te dringen zo snel mogelijk over deze problematiek te gaan praten. De heer DE WAAL: Eerlijk gezegd heb ik mij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1683