20 OKTOBER 1983 1685 of gedeputeerde staten en de provincie eigenlijk wel in de gaten hebben hoe de markt werkt. Naar mijn mening mogen wij daarom best vanuit de ge meenten een waarschuwend geluid laten horen en de provincie erop wijzen dat zij door zó tewerk te gaan met het structuurschema bedrijventerreinen andere delen van Brabant aardig in de vernieling kunnen helpen. Wethouder SANDBERGHet lijkt erop dat de discussie van vandaag een herhaling wordt van die van het vorig jaar. Daarvoor zijn overigens ook wel redenen aan te wijzen, want de situatie is sindsdien niet of nauwelijks gewijzigd en is in feite alleen maar verslechterd. Het vorig jaar hebben wij toegezegd dat wij alles in het werk zouden stellen om net de minister in gesprek te komen. Onzerzijds zijn die pogingen inderdaad on dernomen, maar zonder resultaat. Dat betreuren wij mêt de raad, maar daarmee zijn wij er natuurlijk niet. De minister heeft ons niet laten weten dat hij niet met ons wil praten, maar dat hij niet op dit moment met ons wil praten. Daarbij heeft hij verwezen naar de drie jaar geleden gemaakte af spraak, die inhield dat wij vijf jaar later weer bij elkaar zouden komen. Het is echter duidelijk dat die afspraak toen is gemaakt met het oog op de perspectieven die in die tijd bestonden: er was sprake van een mogelijk overslagstation voor LPG op Moerdijk, van de installatie door Shell van een kolenvergassing en van de eventuele bouw van een elektriciteitscentrale met een ruimtebeslag van 40 a 50 ha. Kortom, er waren drie jaar geleden heel wat perspectiefvolle initiatieven, maar die zijn inmiddels alle van de tafel verdwenen. Kolen- vergassing is niet meer aantrekkelijk, aan de bouw van een nieuwe elektriciteitscentrale wordt voor lopig niet meer gedacht, dit vanwege de steeds minder wordende afname van elektriciteit in de af gelopen jaren, en de LPG-installaties hebben zich voornamelijk geconcentreerd in het Sloegebied.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1685