1688
20 OKTOBER 1983
mogelijkheden na te gaan die tot zo'n oplossing
kunnen leiden. Een lieve of boze opstelling draagt
op geen enkele wijze bij aan een dergelijke oplos
sing. Wat zéker niet bijdraagt tot een oplossing,
is het niet accepteren van deze begroting of het
verlaten van deze gemeenschappelijke regeling. Dat
is niet meer dan een gebaar, waarmee wij ons in
feite onttrekken aan elke invloed die wij nog heb
ben, al is die invloed niet erg groot.
Evenals de heer De Bruijn ben ik enigszins
teleurgesteld in de houding van gedeputeerde sta
ten tot op heden. Het is te hopen dat van de pro
vinciale overheid, die participant is in het In
dustrie- en Havenschap, en zelfs de grootste, wat
meer impulsen zullen uitgaan om deze problematiek
tot een oplossing te brengen. Natuurlijk kunnen
gedeputeerde staten hiervoor niet verantwoordelijk
worden gesteld, net zo min als wij, maar samen
zullen wij moeten proberen eruit te komen. Ik zou
het toejuichen, wanneer gedeputeerde staten in de
zen het voortouw zouden nemen; hun gebruikelijke
en reguliere contacten met de rijksoverheid zouden
daarvoor een uitstekend handvat kunnen bieden.
De opmerking over het structuurschema bedrij
venterreinen is eigenlijk een ander chapiter, maar
ik ben het wel met de heer De Bruijn eens dat dat
structuurplan zijn kiem heeft gevonden in een pe
riode waarin over heel wat zaken anders werd ge
dacht dan heden ten dage. Op bepaalde onderdelen
is het structuurschema zeer achterhaald; het is
ook bekend hoe zowel werknemers- als werkgeversor
ganisaties hierop reageren. Wat dat betreft is het
eigenlijk ook een beetje zot dat wij in dezelfde
krant enerzijds kunnen lezen dat een bepaalde bur
gemeester, met portret en al, bedrijven werft, dat
door een andere gemeente in een advertentie een
soort 'snoepje van de week'-aanbieding wordt ge
daan met kortingen op bedrijventerreinen van
20,terwijl anderzijds verslag wordt gedaan
van een vergadering over het structuurschema be
drijventerreinen waarin een onderzoek wordt bepleit