20 OKTOBER 1983 1711 kom van Princenhageis losgelaten. Doorgaand ver keer wordt weer mogelijk, en wel vanaf beide zij den, ofschoon het aan de ene kant wat moeilijker wordt dan aan de andere kant. Aan het belang van de voetgangers wordt gedeeltelijk tegemoetgekomen, met name nabij de Doelen. Er wordt voor de voet gangers duidelijk een relatie gelegd van de nieuw bouw naar de kern van Princenhage. Toch missen wij hierin nog één 'link', en wel de oversteek op de Haagsemarkt. Gelet op het doorgaande verkeer dat daar weer zal gaan rijden, achten wij het van es sentieel belang dat die oversteek veilig wordt ge maakt, zowel voor schoolgaande kinderen als voor bewoners die er willen winkelen. In de commissie is toegezegd dat binnen het kader van het beschik bare bedrag zal worden nagegaan wat er gedaan kan worden om die oversteek veilig te maken. Als wij echter zien waaraan dit bedrag al besteed is, vrees ik dat er maar verrekte weinig ruimte meer in zit, zeker als wij ons realiseren hoeveel geld er nodig is om die oversteek enigszins aanvaard baar te maken. Wij zijn dan ook van mening dat er extra geld dient te worden uitgetrokken om die oversteek op de Haagsemarkt veilig te maken. De stelling dat het geld dat nu wordt uitgegeven voor deze tijdelijke proef niet weggegooid mag worden, maar verder gebruikt kan worden bij de definitieve invulling van het verkeerscirculatieplan, kunnen wij onderschrijvenWij zijn dan ook van mening dat een oplossing op de Haagsemarkt technisch moge lijk is, die eventueel later kan aansluiten op een definitieve afsluiting van de Haagsemarkt voor doorgaand verkeer. Daartoe zullen wij een amende ment indienen. Met mevrouw Pellis zijn wij van mening dat de bewoners die van mening zijn dat aan hun standpunt te weinig aandacht is geschonken, bij de evaluatie betrokken behoren te worden. Met het criterium aan de hand waarvan een en ander getoetst zal worden, kunnen wij instemmen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1711