20 OKTOBER 1983
1721
dood, een huiver bij" het realiseren van de gruwe
lijke mogelijkheden die denkbaar zijn geworden.
Het CDA kent die verontrusting in hoge mate, ook
het CDA in Brabant. Daaraan heeft dat CDA, ook in
Breda, uiting gegeven op verschillende manieren.
Ik noem onder andere het verzoek tijdens de< alge
mene beschouwingen om een notitie van het college
van burgemeester en wethouders over de gemeente
lijk-bestuurlijke aspecten van de problemen, het
beleggen van een speciale ledenvergadering in de
Vredesweek, een ledenvergadering waarop de minis
ter-president, daags na de Troonrede, als spreker
over het veiligheidsbeleid optrad, en het uitkomen
van het rapport 'Vrede en veiligheid' in augustus
1983, waarin het thema 'De gemeente en het kernwa-
penvraagstukheel fundamenteel en degelijk wordt
behandeld daaraan zal ik het nodige ontlenen.
Eerst wil ik iets zeggen over het vredesbe
leid van het CDA. De christen-democratie gaat er
van uit dat de overheid een taak heeft ten behoeve
van de bescherming van de burgers tegen agressie
van buitenaf. Defensie is derhalve een verantwoor
de en noodzakelijke manier om oorlog te voorkomen.
Daarbij dient de bewapening zo effectief te zijn,
dat de tegenstander voldoende wordt afgeschrikt,
maar niet zó exorbitant dat daaruit een dreiging
zou kunnen worden geconcludeerd. In dit licht moe
ten wij de huidige situatie en de huidige vraag
stukken zien.
Sinds 1977 installeert de Sovjet-Unie SS-20-
raketten, de laatste jaren in een tempo van ander
half per week. Deze raketten zijn gericht op West-
Europa. Welnu, het zijn dan ook de Westeuropeanen
geweest, met name de socialisten Schmidt en Cal-
laghan, die de Verenigde Staten in 1977 hebben ge
vraagd om als antwoord kruisraketten en Pershin-II-
raketten te plaatsen. De situatie van toen, en ook
van nu, is vorige week heel scherp onder woorden
gebracht door president Mitterand, die zei: "De
raketten zijn in het oosten, het pacifisme is in
het westen." Na lang aarzelen is president Carter