20 OKTOBER 1983 1723 onderdrukkende overheden. Tegenover de bevolking van die landen wekt dat de indruk dat wij de on derdrukkende situatie ten principale erkennen.... De heer SIMONS: Geldt dat ook voor Turkije, Chili en dat soort landen? De heer SCHURING: De onderdrukkende situatie zou hooguit vergeleken kunnen worden met die in de NAVO-landen. Er is natuurlijk geen sprake van dat de situatie in Turkije enigermate vergelijkbaar zou zijn met bijv. de Goelag-archipel in de Sov jet-Unie. De heer SIMONS: Dat lijkt mij een zuiver sub jectieve beoordeling. De heer SCHURING: Het is een oordeel dat zeer wel getoetst kan worden door iedereen die van deze dingen kennis neemt. De heer SIMONS: Er zijn méér mensen die van dingen kennis nemen dan alleen u! De heer SCHURING: Het is beter rechtstreeks contact met de bevolking te onderhouden, zoals wordt aanbevolen in het Akkoord van Helsinki, bijv. via contact tussen kerken of via toerisme. c. De bewustwordingsactiviteiten. Er bestaan grote meningsverschillen over de vraag via welke methode wij moeten komen tot een vermindering van de kernbewapening. Daarom dient ook dit voorname lijk een activiteit te zijn van de politieke par tijen zelf. d. Vredesonderwijsmet name het vredesonder- wijs op de openbare scholen. Dat behoort duidelijk tot de huishouding der gemeente. Dit onderwijs moet echter gegeven worden met eerbiediging van ieders godsdienstige overtuiging. Dat betekent dus dat de voorlichting recht moet doen aan de ver schillende benaderingen van ethisch-politieke

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1723