1734
20 OKTOBER 1983
de minder objectieve waarnemer, die wellicht ook
geen kennis neemt van het gesprokene, kan licht de
indruk zijn ontstaan dat het gemeentebestuur ach
ter de doelstellingen van het 'Samenwerkingsver
band Breda tegen kernwapens' staat. Deze indruk
kan nog zijn versterkt door de symbolische ope
ningshandeling, volgens de krant bestaande uit het
ophangen van een bordje waarop wordt opgeroepen
deel te nemen aan de grote demonstratie in Den
Haag. Vooralsnog, zolang het tegendeel niet is
uitgesproken, gaan wij ervan uit dat er wat het
laatste betreft sprake was van een ongelukkige sa
menloop van omstandigheden en dat het zeker niet
de bedoeling is geweest van het college om de Bre
dase burgerij op te roepen tot deelneming aan deze
demonstratie.
Mede gezien dit voor-val, en gelet op het ont
breken van een concept-besluit bij de notitie,
lijkt het ons van belang dat de raad een duidelij
ke uitspraak doet over de grenzen van de gemeente
lijke betrokkenheid bij de plaatsing van kernwa
pens. Een motie die geheel in de lijn van de noti
tie ligt, bied ik u hierbij aan.
De motie van de heer Taks c.s. luidt als
volgt:
"De raad der gemeente Breda,
in vergadering bijeen op 20 oktober 1983,
gelezen de notitie inzake de mogelijkheden en de
rol van het gemeentebestuur met betrekking tot
kernwapens,
overwegende, dat het behartigen van de belangen
van vrede en veiligheid in het algemeen en kern
wapens in het bijzonder aangelegenheden zijn die
behoren tot de verantwoordelijkheid van de rijks
overheid
voorts overwegende, dat juridisch relevante uit
spraken met betrekking tot mogelijke plaatsing
van kernwapens uitsluitend door regering en Sta-
ten-Generaal kunnen worden genomen;