20 OKTOBER 1983 1743 wilden voeren. De notitie ligt er al vanaf mei, maar de discussie daarover is eerst over de vakan tie heen getild naar de Vredesweek, en vervolgens over de Vredesweek heen naar nu, terwijl wij des ondanks toch nog de grootst mogelijke moeite heb ben moeten doen om haar vanavond in bespreking te kunnen nemen De heer SCHURING: Dat is een misverstand. De CDA-fractie heeft zich daartegen nooit verzet, ook niet in de commissie. De heer DE WERD: Dat is op het laatste moment inderdaad gebleken. Wij willen wel aannemen dat er geen sprake is geweest van opzettelijke obstructie maar wij hebben in ieder geval de indruk dat door toedoen van het CDA een aanzienlijke vertraging is opgetreden in de behandeling van deze notitie. Aan het adres van de WD zou ik erop willen wijzen dat wij gewag hebben gemaakt van alle wet telijke middelen die de gemeente ten dienste staan Dat betekent dus dat er geen obstructie zal plaats vinden en dat er evenmin is opgeroepen tot burger lijke ongehoorzaamheid, want burgerlijke ongehoor zaamheid gaat juist gepaard met het overtreden van wettelijke bepalingen. De notitie wijst ons inziens duidelijk uit dat de gemeente een standpunt mag innemen ten aan zien van bepaalde rijksaangelegenheden, zij het dat het juridische effect van bepaalde maatregelen beperkt is. In dit verband wil ik ook graag ver wijzen naar de 'kamerbrede' motie over Polen die hier enkele jaren geleden is aangenomen en die, als ik het wel heb, ook door de WD werd onder steund Hoe wij over de moties denken, zal wel duide lijk zijn. Mevrouw RATTINK: Ons standpunt ten aanzien van de moties mag eveneens bekend worden veronder steld. Wij zullen de beide gezamenlijke moties

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1743