1746 20 OKTOBER 1983 uitspraak behoort te doen. De heer Schuring heeft duidelijk laten blijken dezelfde opvatting te zijn toegedaan en het is dan ook verbazingwekkend dat hij zich namens de CDA-fractie tégen deze motie heeft uitgesproken. De CDA- en de WD-fractie den ken niet anders over deze zaak en het is bijzonder spijtig dat, om wat voor duistere reden dan ook, de CDA-fractie een motie waarmee zij het eens is, niet wil steunen. De heer HENDRICKS: Sinds wanneer spreekt de heer Taks ook voor het CDA? De heer SCHURING: Eén van de neven-redenen waarom ik mij niet in die motie kan vinden is, dat de heer Taks heeft gesteld dat zij moet worden ge zien in relatie tot zijn betoog. In dat betoog heb ik bepaalde elementen gemist die het CDA wel heeft ingebracht. De heer TAKS: Dat waren emoties, en die horen hierin niet thuis. Dat wij die emoties delen, heb ben wij overigens duidelijk laten blijken. De heer DE WAAL: Ik geloof dat wij maar het beste kunnen gaan stemmen over de moties. Overi gens heb ik het idee dat wij toch worden belazerd, hoe de stemming ook uitvalt. Motie nr. 1 van de heer De Werd c.s. wordt hierna in stemming gebracht en met 22 tegen 14 stemmen verworpen. Tegen hebben gestemd de heer Sandberg, me vrouw Den Ouden-Jansende heren Van Asseldonk en Van Duijl, de dames Neeb-Wiegersma en Van Beuse- kom-Nix, de heer Van den Wijngaard, de dames Van Rooij-van den Heuvel en Wouters-Kootstrade he ren Hofsté, Van Tol, Schuring, Van Dun, Gielen, Taks en Grosfeld, mevrouw Van Bergen-Nijeholtde heren Bokkelkamp en Littooijmevrouw Brosky-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1746