10 NOVEMBER 1983
1803
de juiste mentaliteit gewezen van functies en
bedrijven. Rekening moet uiteraard worden gehouden
met de financiële mogelijkheden, die in de toe
komst wel eens gering zouden kunnen blijken te
zijn.
Er zijn enige opmerkingen over het programma
voor 1984 gemaakt. Het eerste jaarprogramma, dat
zoals in het voorstel is aangekondigd betrekking
zal hebben op het jaar 1985, zal ruim vóór 1 janu
ari 1985 door de raad moeten worden vastgesteld.
Voor 1984 zijn de mogelijkheden uiteraard beperkt.
Ambtelijk is een beweging op gang die de mogelijk
heid zou kunnen bieden maar daarover moet nog
in het college van burgemeester en wethouders wor
den beslist dat omstreeks maart/april van het
volgend jaar een beperkt programma op tafel ligt,
betrekking hebbend op de activiteiten ter zake van
inspraak die nog in 1984 volgens de verordening
tot stand zouden kunnen komen. Ik meen de verwach
ting te kunnen uitspreken dat in de eerste helft
van het komend jaar een dergelijk noodprogramma
aan de raad zal kunnen worden voorgelegd. Het
spreekt vanzelf dat ik op dit punt geen toezegging
kan doenmaar in ieder geval worden in dit op
zicht ambtelijke voorbereidingen getroffen.
Hiermee meen ik genoeg over dit onderwerp te
hebben gezegd. Men kan spreken over twijfel en
over de mentaliteit, men kan zich afvragen hoe het
allemaal zal lopen en men kan voorbeelden aanhalen
van de gang van zaken die zich tot nu toe in de
praktijk heeft voorgedaan. Zelf heb ik het idee
dat we nu maar met de verordening moeten beginnen
te werken en dat we dan moeten kijken hoe deze
functioneert. Er is geen enkele reden om aan te
nemen dat de commissie en de raad onvoldoende op
de hoogte zouden worden gesteld van hetgeen zich
op het gebied van de inspraak in de praktijk gaat
voltrekken
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna con
form het voorstel van burgemeester en