10 NOVEMBER 1983
1805
Er gebeurt al veel, ook in Breda. Er zijn
veel initiatieven van particuliere aard. Ook van
uit en met medewerking van kerken en scholen wordt
veel gedaan aan concrete hulp met begrip voor de
noodsituatie in de ontwikkelingslanden. De aan
dacht mag daarop nog wel eens worden gevestigd en
projecten van die zijde mogen worden ondersteund.
De C.D.A.-fractie vindt dat met het beschik
baarstellen van een bedrag van 50.000,vanuit
de gemeentelijke middelen steeds meer en nieuwe
projecten moeten worden aangepakt: concrete pro
jecten in de ontwikkelingslanden, met daaraan ge
koppeld zoals in het voorstel zo goed is gefor
muleerd vergroting van de betrokkenheid van de
Bredase burgerij of groepen daaruit. Met een der
gelijke stimulans door de gemeente, die in belang
rijke mate voorwaardenscheppend zou kunnen zijn,
wordt aan een belangrijk uitgangspunt van het
C.D.A. voldaan. Ik zou er nog op willen wijzen dat
het de wens van de C.D.A-fractie is dat aller
hande groepen en organisaties dit fonds weten te
vinden. Hiermee wil ik niet zeggen dat de groep of
organisatie bepalend is: of het project zelf bin
nen de beleidsdoelstellingen valt, is maatgevend.
In de commissie algemene zaken is naar de
verhouding in de raad gerekend door een meer
derheid aangedrongen op weglating van de op één na
laatste zin van het voorstel, luidend: "Indien
mocht blijken dat genoemd bedrag onvoldoende is om
aan het voorgenomen beleid inhoud te geven, zullen
wij te zijner tijd voorstellen over uitbreiding
van de jaarlijkse bijdrage aan U voorleggen." De
C.D.A.-fractie heeft ervoor gepleit deze zin ach
terwege te laten, omdat hij op gespannen voet
staat met het programakkoord en mogelijk verwach
tingen wekt. Wij achten dat in ieder geval onge
wenst; dit "voorschotje" willen we niet geven.
Volgens het voorstel is het college voorne
mens een drietal deskundige Bredase burgers uit te
nodigen een adviserende taak te gaan vervullen.
Dit roept de vraag op, op basis van welke criteria