10 NOVEMBER 1983
1811
ontwikkelingssamenwérking in strikte zin. Met an
dere woorden: het gaat daarbij om een vorm van
politieke beïnvloeding. Dat is alleszins respecta
bel en zoiets behoort in een democratische samen
leving ook in vrijheid te kunnen gedijen, maar po
litieke propaganda, ongeacht of die ai dan «niet
met onze eigen zienswijze strookt, behoort naar
onze mening niet voor gemeentelijke subsidiëring
in aanmerking te komen. Bovendien is het naar on
ze mening ook zeker niet in het belang van de
hulpverlening aan de Derde Wereld zelf als door
politiserende en polariserende activiteiten een
controversiële sfeer rondom de ontwikkelingssamen
werking zou ontstaan. Juist in de huidige economi
sche crisis is het van grote betekenis dat de pu
blieke opinie wordt gestimuleerd tot aanvaarding
van een ruimhartige en doelmatige hulpverlening.
De burger, die dagelijks met de gevolgen van de
crisis wordt geconfronteerd, zal steeds kritischer
worden in zijn beoordeling van de wijze waarop met
gemeenschapsgeld wordt omgesprongen.
De heer DREEFToch niet voor dit werk?
De heer TAKSIk denk dat dat zeker het geval
is. Wij hechten erg grote betekenis aan een doel
matige informatieverstrekking over het belang van
ontwikkelingssamenwerking. Het rijk geeft zich
daar erg veel moeite voor; er worden ruime sommen
voor uitgetrokken. Wij vinden dat op gemeentelijk
niveau daaraan niets hoeft te worden toegevoegd.
Bovendien is het een feit dat veel van die activi
teiten op plaatselijk niveau sterk politiserend en
polariserend werken. Dat weet de heer Dreef ook:
misschien is hij daarom juist een voorstander
daarvan. Wij zijn ertegen. Ik denk dat de ver
schillen van opvatting heel duidelijk zijn. Ik
vind het bepaald niet goed als de organisaties die
in Breda opererenvan gemeentewege ge ld zouden
ontvangen. Er zijn organisaties bij die onze sym
pathie hebbenHet rapport van de werkgroep