1814 10 NOVEMBER 1983 De heer TAKS: Precies, en dat is een formule ring waar u, denk ik, niet veel tegenover kunt stellen. Mevrouw Rattink begon haar betoog met een verwijzing naar het inspraakvoorstel onder agenda punt 6. Ik hoop dat ik haar verkeerd heb begrepen, maar in ieder geval is het bepaald niet zo dat het resultaat van een inspraakproces per se door het tot beslissen bevoegde orgaan moet worden overge nomen Mevrouw RATTINK: Dat heb ik ook niet willen zeggen. Ik heb willen zeggen dat een hele in spraakprocedure nu in feite terzijde is geschoven. De heer TAKS: Dat lijkt mij niet juist. Ik wil in het midden laten. Mevrouw RATTINK: Het gaat er niet om dat pre cies de bij de inspraak aangedragen punten moeten worden overgenomen; er hebben ook verschillende instanties ingesproken. Ik denk alleen dat je de insprekers niet serieus neemt als je de nota waar op hun inspraak betrekking had, overboord zet en met een heel ander uitgangspunt komt, dat niet on derbouwd is. De heer TAKS: Ik laat in het midden of de in spraak tot een zo eenduidig resultaat heeft geleid als mevrouw Rattink nu suggereert. Er waren in de adviezen duidelijk twee sporen; het ene wordt nu tot beleidsuitgangspunt verheven en het andere vervalt. Ik denk dat de gemeenteraad alle in het geding zijnde belangen tegen elkaar moet afwegen en dat hij dan best van de resultaten van een in spraakproces kan afwijken, mits hij dat, wat in dit geval is gebeurd, behoorlijk motiveert. Er is veel overleg met betrokkenen geweest. Tot slot nog een vraag aan het college. Wordt het voorstel door het college unaniem gesteund, of heeft een lid van het college een voorbehoud

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1814