10 NOVEMBER 1983 1823 De VOORZITTER: "U mag daar gerust om lachen ik vind dat helemaal niet zo erg maar u moet wel goed in het oog houden dat we met ontwik kelingswerk bezig zijn en dat we een serieuze po ging doen om er iets van te maken. De heer SIMONS: U moet toch toegeven... De VOORZITTER: Ik mag het toch een serieus voorstel vinden? De heer SIMONSDat mag zekermaar u moet toch toegeven dat in de nota die wij in de commis sie algemene zaken hebben besproken heel duidelijk andere accenten liggen dan waarmee het college nu komt. Als u dan nu zegt dat de nota niet tot op de laatste letter is gevolgd, neemt u de letter wel erg ruim.' De VOORZITTER: De moeilijkheid is dat u meent dat u altijd gelijk hebt en dat is nu toevallig niet het geval. Zo is het niet. In de commissie is verleden jaar oktober/november absoluut een groot verschil van inzicht op tafel gekomen. Dat is toch duidelijk? Daarover mag toch geen verschil van me ning bestaan? De heer SIMONSIk wil niet ontkennen dat er in de commissie algemene zaken verschil van mening was. U zegt dat ook de nota een rol heeft gespeeld, al is die dan niet tot op de laatste letter ge volgd, Zojuist heb ik geprobeerd aan te geven dat in de nota heel andere accenten worden gelegd. De VOORZITTER: Ik persisteer daar toch bij. De heer HOFSTé: In deze tweede termijn zeg ik u, mijnheer de voorzitter, allereerst dank voor de beantwoording van de vragen. Op enige opmerkingen van mevrouw Rattink wil ik graag ingaan. Naar haar zeggen heeft de voorzitter van het C.D.A. een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1823