10 NOVEMBER 1983
1827
ieder jaar wanneer het college aan de raad de be
groting voorlegt, zal worden bekeken of méér geld
beschikbaar moet komen. Wat lees ik nu in het
voorstel? "Indien mocht blijken dat genoemd bedrag
onvoldoende is om aan het voorgenomen beleid in
houd te geven, zullen wij te zijner tijd voorstel
len over uitbreiding van de jaarlijkse bijdrage
aan U voorleggenDat betekent dat op een betrek
kelijke willekeurig moment een voorstel wordt ge
daan om het bedrag structureel te verhogen. Die
uitspraken harmoniëren niet met elkaar en daarom
heb ik tegen de passage in het voorstel bezwaar.
Vervolgens wil ik nog even op de andere op
merking van de heer Dreef reageren. In de commis
sie algemene zaken heb ik geconstateerd dat onder
de ondertekenaars van het programakkoord twee par
tijen waren die zich er helemaal niet in konden
vinden. Die partijen hebben bij de onderhandelin
gen over het programakkoord aangedrongen op reali
sering en zij waren op dat moment in de commissie
tegen het voorstel dat in concept door het college
was vervaardigd. Ik heb niet meer en ook niet min
der gezegd dan dat ik dat constateerde en dat ik
daarmee zou teruggaan naar de fractieUiteraard
heb ik dat gedaan en in de fractie hebben wij ge
zegd: als het college met een voorstel aan de raad
komt zullen wij dat voorstel op dat moment op zijn
merites beoordelen. Dat laatste heb ik nu omstan
dig gedaan.
De heer DREEFU hebt namens het college ver
klaard, mijnheer de voorzitter, dat de voorlaatste
zin van het voorstel een uitvloeisel van het pro
gramakkoord is. De C.D.A.-fractie heeft gemeend
bij monde van haar woordvoerder een andere opvat
ting te moeten geven. Het zou beter zijn geweest
als de C.D.A,-fractie zich op punt 1 had gericht
en had aangegeven wat zij onder richtinggevend
verstaat.
De heer HOFSTéIk constateer dat er een