10 NOVEMBER 1983
1845
gehandhaafd blijft, 'over twee jaar in de gemeente
raad over dit punt zal worden gepraat. Het is ook
de bedoeling dat dit gebeurt.
De heer SIMONS: De wethouder heeft mij ge
vraagd wat ik in een situatie als deze zou willen
doen, maar ik meen dat al heel duidelijk te hebben
aangegeven. Iedereen die vanaf nu wordt aangenomen
zal mijns inziens dezelfde rechtspositionele rege
ling moeten krijgen als alle op dit moment in
dienst zijnde ambtenaren. Op het moment waarop
ontslagen moeten vallen, moeten de plaatsen van
alle ambtenaren met elkaar in concurrentie worden
gebracht.
Wethouder VAN DUNDit zou betekenen dat de
rechtspositieregeling van alle ambtenaren in Breda
wordt aangetast. Alle ambtenaren worden daardoor
onder de werking van B 4 gebracht; dat moet de
heer Simons maar eens verkopen!
De heer SIMONS: Ik breng de ambtenaren niet
onder B 4ik vind dat de ambtenaren die op dit
moment in dienst van de gemeente Breda zijn en al
le toekomstige ambtenaren op één lijn behoren te
worden gesteld. Daarin ligt het essentiële ver
schil.
Wethouder VAN DUN: Ik constateer dat dit geen
oplossing kan zijn voor het probleem en ik krijg
ook bijna de indruk dat de heer Simons het pro
bleem niet kent.
De heer SIMONS: Dat is natuurlijk niet waar.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens
conform het voorstel van burgemeester en wet
houders beslotenonder aantekening dat de
heren Simons en De Waal geacht willen worden
te hebben tegengestemd.