1848 10 NOVEMBER 1983 Zoals u bekend is heeft de C.D.A.-fractie van harte onderschreven dat we in Breda een zoge naamd actief aanschrijvingsbeleid moeten voeren. Toch vragen wij ons af of dit "actief" wel volgens de juiste prioriteitstelling wordt toegepast, ze ker gelet op de bestaande achterstand in de stads vernieuwingsbuurten en andere oudere buurten met een achterstand. Daar de middelen voor het doen van aanschrijvingen schaars zijn, pleit onze frac tie ervoor dat deze worden ingezet in gevallen waarin de urgentie het hoogst is. Wij zijn er niet van overtuigd dat dit bij dit complex het geval was. Ik wil vervolgens nog enige vragen stellen: 1Hoe kijkt de wethouder aan tegen de effecten diè dit voorstel kan hebben voor soortgelijke situaties in jonge buurten? 2. Hoe kijkt de wethouder aan tegen het ontbreken van een procedure bij de huurcommissie in dit soort aanschrijvingssituaties? 3. Volgens de procedure zoals omschreven in de notitie inzake een actief aanschrijvingsbeleid zou door de gemeente bij de eigenaar moeten zijn geïnformeerd naar de financiële mogelijk heden voor de te treffen voorzieningen. Kunt u ons daarover nader informeren? Mevrouw PLES: De Partij van de Arbeid wil uitdrukkelijk haar ongenoegen uitspreken over het feit dat de bewoners van de Jorisstraat zo lang hebben moeten wachten tot zij gehoor vonden voor hun klachten bij Ondra c.v. De problemen rond het achterstallig onderhoud lopen al enkele jaren. Wij vinden het dan ook terecht dat het college deze eigenaresse middels een aanschrijving heeft aange sproken op haar verantwoordelijkheid. De argumen ten die Ondra aandraagt zijn onzes inziens niet steekhoudend en de bewoners zijn nu eenmaal niet geholpen met de mededeling dat het onderhoud alle aandacht heeft. Daarbij moeten wij opmerken dat die aandacht wel erg laat op gang is gekomen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1848