10 NOVEMBER 1983 1855 technische voorstel -onlosmakelijk verbonden is met de reeds meermalen besproken problematiek in Gee- ren-Noord. Kortheidshalve mag ik hierbij verwijzen naar de in september 1983 in de commissie wonen besproken nota "Problematiek Geeren-Noord" en het geen hierbij door ons naar voren is gebracht met betrekking tot de verbeterende maatregelen. Je zou nu simpel kunnen stellen: wie A zegt moet ook B zeggen. Dit is echter wel een voor de hand liggen de, maar toch niet zo'n eenvoudige zaak als het lijkt. Hoe is namelijk de situatie? In uw nota "Stand van zaken met betrekking tot de stadsver nieuwing" hebt u ons attent gemaakt op het meerja renplan stadsvernieuwing, dat voor het zomerreces van de Tweede Kamer door staatssecretaris Brokx is gepresenteerd. Een niet onbelangrijk onderdeel in dit meerjarenplan stadsvernieuwing wordt gevormd door de aankondiging van een nieuw beleid met be trekking tot groot onderhoud en verbetering van woningen van toegelaten instellingen en gemeente, en wel in die zin dat in tegenstelling tot de hui dige situatie binnen afzienbare tijd ook onder houdsplannen voor na^-oorlogse complexen in aanmer king gaan komen voor rijkssteun. In de memorie van toelichting op de begroting van het ministerie van V.R.O.M. voor 1984 wordt die rijkssteun beschreven als: "een rijksbijdrage ineens ter hoogte van ge middeld éénderde van het investeringsbedrag". Over de woorden "binnen afzienbare tijd" wordt in de zelfde memorie van toelichting vermeld: "Er zal naar worden gestreefd de nieuwe regeling zo spoe dig als mogelijk is te doen ingaan.". Als wij deze zaken afzetten tegen het voorliggende voorstel, kan dit volgens mij betekenen dat de door u onder a genoemde onderhoudswerkzaamheden wellicht volle dig danwel gedeeltelijk in aanmerking kunnen komen voor de bijdrageregeling ter zake van éénderde van het investeringsbedrag. Een en ander betekent dat we dan in dit geval praten over een bijdrage van rijkswege van maximaal éénderde van 6 miljoen, dus pakweg f 2 miljoen harde Nederlandse guldens,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1855