10 NOVEMBER 1983 1859 wordt besteed in de "nieuwe nota "Renovatie en groot onderhoud" waaraan op het ogenblik wordt ge werkt. Voor het inzicht van de raad zou het echter veel beter zijn geweest als hieromtrent schrifte lijk het een en ander zou zijn gepresenteerd of minstens mondeling in de commissie iets op .tafel zou zijn gelegd. De heer De Zwart heeft er straal gelijk in dat die elementen, die verduidelijking hadden kunnen brengen, niet op tafel zijn gekomen. Daarmee is evenwel een aantal zaken niet plotse ling vanzelfsprekend geworden. Zo wordt bijvoor beeld verondersteld dat wij niet werkelijk het uiterste zouden doen om het contingent te verbete ren woningen te verhogen. Wat dat betreft kan de heer De Zwart nogal wat worden overgelegd aan dos siers en gespreksverslagen, waaruit blijkt dat wij ons helemaal niet bij de feiten neerleggen. Aan de andere kant hebben wij dit jaar voor het eerst moeten merken dat hetgeen de H.I.D. aan het begin van het jaar zei aan het eind van het jaar ook werkelijkheid is geworden. Wij hebben altijd heel veel meer woningen voor renovatie en verbetering voorgedragen dan het vermoedelijke contingent zou inhouden, omdat wij er altijd rekening mee hielden dat andere steden misschien niet op tijd klaar zouden zijn met hun inspraakprocessen, in welke gevallen resterende contingenten aan ons zouden toevallen. Daarnaast hebben wij geprobeerd te mo tiveren, vanuit de Bredase situatie, dat wij meer nodig hebben. De heer De Zwart, die de situatie in de provincie goed kent, weet dat Breda voor wat betreft renovatie en groot onderhoud eerder voor- dan achterloopt in vergelijking met de andere ste den, hetgeen, in zekere zin helaas, de H.I.D. eveneens weet. Verzoeken om vanuit een achter standssituatie grotere contingenten te vernieuwen woningen te vragen kunnen dus niet zo geweldig goed worden onderbouwd. Een dergelijke straf staat soms op te voortvarend werken. Je komt dan wel eens in een positie die een voorsprong op anderen betekent en waarin je moeilijk iets extra's kunt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1859