1866
10 NOVEMBER 1983
elementen, die afweging en prioriteitstelling in
hielden, niet naar voren is gebracht. De heer De
Zwart kwam met een vraag die zeer terecht wasna
melijk de vraag wat het opknappen van dit complex
betekent tegen de achtergrond van de beleidsvoor
nemens in het meerjarenplan stadsvernieuwing. Op
dat moment was er helemaal niemand die precies kon
vertellen hoe dat zat. Toen op het ministerie de
zaak nader werd uitgezocht, bleek ook dat niemand
ons daar kon vertellen wanneer de regeling zal in
gaan en of dit complex überhaupt in 1984 voor die
regeling in aanmerking zou kunnen komen. Zodra ik
die informatie had heb ik die netjes doorgegeven.
Men kan stellen dat dit tijdens de commissieverga
dering al had moeten gebeuren, maar dat is achter
af goedgemaakt en nu is de situatie ook duidelijk.
Wanneer wij met een deel van de werkzaamheden zou
den wachten tot de regeling duidelijk is, kunnen
er voor deze winter geen werkzaamheden worden ver
richt. De vraag wanneer dat dan wel kan gebeuren
zal in dat geval afhangen van de prioriteit die
dit complex kan krijgen. Als we dan aan dit com
plex de hoogste prioriteit zouden geven en eind
1984/begin 1985 tot uitvoering zouden overgaan,
zou dit ten koste gaan van een ander complex waar
omtrent we met de bewoners al helemaal rond zijn.
De heer De Zwart en ik hebben telefonisch al
over deze kwestie gesproken en daarbij is een punt
naar voren gekomen dat nu wat onderbelicht is ge
bleven, maar dat wel op tafel moet komen. Ik doel
dan op het feit dat we dit soort grappenhet ver
beteren op kosten van de eigen bedrijfsreserve
niet al te lang kunnen voortzetten. De bedrijfs-
reserve lijkt weliswaar nog redelijk omvangrijk,
maar in feite is hijgelet op het totaal aan wo
ningen, niet zo omvangrijk. Dat is een reden te
meer om de prioriteitstelling goed te bekijken.
Voor mij blijft recht overeind dat de opmerking
van de heer De Zwart is afgecheckt, maar op dit
moment geen hout kan snijden. Ik ben van mening
dat wij de in het voorstel neergelegde keuze