1880
24 NOVEMBER 1983
maken. Dat is een attitude die ik persoonlijk heb
ervarenwaarvoor dank
Waarom mag ik hier staan? Als ik opnieuw pro
beer die vraag te beantwoorden, zeg ik: ik ben één
van de Bredanaars die vanuit het college in deze
gemeenteraad iets van zijn gevoelens van de afge
lopen zeventien jaar wil overbrengen. Ik heb daar
voor geen bronnen geraadpleegd, ik heb iets erva
ren.
Zijn wij verheugd of verdrietig? Beste burge
meester, ik weet het niet. Soms bekruipt je het
het gevoel ook Bredaas! je weet wat je hebt
en je moet maar afwachten wat je krijgt. Ik geloof
echter dat het toch anders is. Ik geloof dat we
zeventien jaar geleden hier een man uit Elden heb
ben binnengehaald, in aanwezigheid en onder de
strenge, maar trotse ogen van jouw moeder. Ze is
er niet meer. De man uit Elden haalden we binnen,
we nemen afscheid van een Bredanaar, een Bredanaar
die we zullen missen in de gangen van het stadhuis,
in die burgemeesterskamer met dat behang, in de
raadszaal van Breda, maar die tot onze vreugde me
de op zijn eigen wijze het straatbeeld van Breda
zal blijven bepalen. Wij wensen die burgemeester,
met zijn vrouw, met zijn gezin, een tijd toe in de
kracht, sterkte en voorspoed die zij allen zo ver
dienen! Ik dank u.
(applaus)
Wethouder VAN DUN: Mijnheer de burgemeester,
dames en heren. Het zou on-Bredaas zijn als ik de
ze goede wensen niet vergezeld deed gaan van iets
tastbaars. U weet, burgemeester: als de collegele
den elkaar op pad stuurden hadden zij een uitne
mend geschenk, een Turfschippertjemaar het is
ons bekend dat die in uw familie al in ruime mate
aanwezig zijn en we hebben dus maar voor iets an
ders gekozen.
Even een regiewisseling. Ik hoop, burgemees
ter, dat u het zonder afspraken goed vindt dat ik